zondag 17 januari 2016

Op geringe afstand

De laatste dagen voor de kerst kenmerken zich door haast. Laatste cadeautjes. Slijter, poelier. Snél nog even die paar kaarten posten. 'Zijn we dit jaar tante Annie niet vergeten?'. In ieder geval wel de bessensap voor de saus die we moeten maken voor het kerstdiner. Als we dan toch de stad nog in moeten, dan ook maar even wat fruit en extra boter. Uiteindelijk vijf tassen rijker begeven we ons in de kerst-in-oud-Kampen-menigte, drinken een biertje in De Stomme van Campen. Haast en nog eens haast. Voel me altijd opgelaten en niet comfortabel in deze periode van het jaar. Opgedrongen 'feeststemming'. Bereikt mij nog niet. Toch enigszins ontspannen begeven we ons iets voor zessen weer naar de auto. Langs Galerie van Driel.

Er brandt daar licht en muziek - is het Bach? - dwarrelt door de iets openstaande deur over straat. Ik werp een blik door de ietwat beslagen ramen en zie 'nieuwe' schilderijen in de galerie hangen. We besluiten nog even naar binnen te gaan. In de hal parkeren we onze tassen onder het houten tafeltje op de stenen vloer. Daartegenover is de deur die ons al krakend toegang tot de expositie 'Op geringe afstand' verschaft.

Binnen worden we verwelkomd door de 67-jarige Daan van Driel. Eerder mocht ik hem ontmoeten tijdens de opening van een expositie van zijn broer Jan. Ook hier. Andere schilderijen hangen nu aan de wanden van één van de oudste huizen in Kampen. Ik loop langs voornamelijk portretten. Ieder schilderij draagt een verhaal uit. Loop langs en wandel tegelijkertijd een andere wereld binnen. De sfeer daarin is warm. Maar ook zie ik angst en verdriet. Gezichten staren. Naar elkaar. Of kijken juist weg. Overpeinzen, berusten. Er zijn veel verhalen. Intieme, niet op zichzelf staande verhalen. Er is samenhang. Onrust sluipt in mijn lijf. Of is het ongemak? Als een indringer in een voor mij onbekend huis schuifel ik verder langs het zorgvuldig opgehangen werk, waarbij het me opvalt dat één persoon centraal staat. Het meisje en later de vrouw met donker gekrulde haren ontbreekt op vrijwel geen enkel schilderij. Ik kijk op het kaartje rechtsonder een portret: '8 september 2011 - Pratiksha: je hebt me geschilderd hoe ik mij voel'.

Ik draai me om naar Daan: 'Mijn dochter. Ik heb haar geschilderd. Ze is op 18 december 2013 overleden aan de gevolgen van een hersentumor. In september 2011 ontdekt. Mijn schoonzoon belde me op. Pratiksha was bij hem en mijn andere dochter en paste op de kinderen. Zij praatte wat vreemd en had ontzettende hoofdpijn. Diezelfde avond zijn we, op doktersadvies, naar het ziekenhuis gereden en daar werd de tumor ontdekt. Vanaf dat moment tot aan haar overlijden heb ik geschilderd. Haar. Ons. Gezin. En nu, twee jaar later, heb ik op exact dezelfde datum deze expositie geopend. Een aanleiding om over haar te kunnen vertellen. Dat doe ik graag. Ik kijk nu eenmaal lang achterom'.

'Het verhaal' vervolgt Daan 'waarin duidelijk wordt wat de impact is van het verlies van een dierbaar persoon. In de kracht van haar leven. En wat de sterke Pratiksha doormaakte. Sterk! Dat was ze. Als gezinsvoogd moest ze harde beslissingen nemen. Voor en over anderen. Die kon ze emotioneel aan. Ook was ze erg zelfstandig. Om tijdens haar ziekbed weer kind te moeten worden van haar ouders vond ze moeilijk. Onafhankelijkheid was voor haar een groot goed. Met de strijd die ze leverde wilde ze ons niet altijd lastigvallen. Haar persoonlijk verdriet liet ze dan ook niet gemakkelijk zien. Ik heb geprobeerd om die momenten te 'vangen'. Ik heb geprobeerd Pratiksha vast te leggen zoals ze is. Als persoon, individu. Als lid van ons gezin waarin leven en dood heel dicht bij elkaar staan.

Pleurant
Met andere ogen bekijk ik de schilderijen opnieuw. Ik sta langer stil bij de vastgelegde emoties die Daan heeft verbeeld. Onder andere het schilderij van Pratiksha met het beeldje ervoor. Daan: 'Als het maar even kon gingen we er met Pratiksha op uit. In de zomer van 2013 kwamen we langs een antiekwinkeltje in Zwolle. Hier stond een beeldje, een vrouwenfiguur met een grote kap. Ik liet merken dat ik het mooi vond. Die avond vroeg Pratiksha aan mijn vrouw, Inez, het beeldje voor mij te kopen. Het stond vervolgens bij ons in de kamer op de kast tegenover de bank waar Pratiksha zat. Het straalt rust en ingetogenheid uit. Een paar dagen voordat Pratiksha overleed, kreeg ik bericht dat mijn broer Jan had ontdekt dat het een pleurant van de graftombe van Isabella van Bourbon is. Een rouwfiguur dus. Hoe toepasselijk. Een paar weken na Pratiksha's overlijden, stuurde ik de conservator beeldhouwkunst van het Rijksmuseum, Frits Scholten, een e-mail met daarin de vraag of ons beeldje met dezelfde afmetingen als van het origineel in het Rijksmuseum misschien een kopie ervan zou kunnen zijn. Hij antwoordde dat omstreeks 1900 het museum kopieën in gips van enkele van deze bronzen pleurants had gemaakt. Ook vertelde hij dat het beeldje dat ik van Pratiksha kreeg inderdaad één van die kopieën is. Kort daarna gingen Inez en ik naar de steenhouwer om een grafsteen uit te zoeken. Het was duidelijk voor ons dat de pleurant een plek op Pratiksha's graf moest krijgen.


Op geringe afstand?

Daan vertelt verder. Het verhaal. Waarin niet alleen zijn dochter centraal staat, maar ik steeds meer mijn focus op Daan als centrale figuur leg. Ik kijk en luister naar hem. Als vader. Een vader die vertelt met een mengeling van verslagenheid en drang naar berusting. Bovenal overheerst de trots. Op zijn dochter, een mens, die hij mocht ontmoeten. 'Afstand is er. Altijd. Tussen alles en iedereen. Overal. En altijd gaat het over twee of meer mensen. Afstand kan wél verkleind worden. Door verbondenheid, liefde en trouw. Dat maakt afstand gering.' Ik merk dat ik mijn gedachten hardop uitspreek: 'Hoe mooi dat je in je leven mensen ontmoet van wie je gaat houden. Zij maken er onderdeel van uit en blijven bij je. Ongeacht. Altijd. Heel dichtbij. Zelfs soms zonder afstand. Of in ieder geval minimaal. Inderdaad, gering...'

'December 2015
uitzonderlijk
zacht voor de tijd van het jaar

kinderen en kinderen
Goddank dat zij er zijn
zij zijn een warme jas
ik was die (even) kwijt
het is niet meer zo koud
als vorig jaar om deze tijd'

Inez en Daan van Driel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten