“Veux-tu boire quelque chose” vraagt de dame op leeftijd als we eindelijk neerstrijken op een terrasje in La Tour d’Auvergne. Het terras, gelegen op een vlonder, kijkt uit over uitgestrekte landerijen met in de verte de Puy de Sancy. Het kent hooguit drie zitjes onder verweerde parasols waarop de naam van het biermerk nauwelijks nog te onderscheiden is. Overal staan dieprode geraniums in potten waarvan er geen een hetzelfde is, niet in kleur en niet in grootte. Nog verhit van het opzetten van onze luxe, hetzij tweedehandse, vierpersoonstent op de lokale camping en verschillende over en weer gaande verwijten, was er dringend behoefte aan verkoeling.
“Deux bières fraîches s'il vous plaît.“ Even later verzacht het heerlijke vloeibare goud niet alleen onze kelen, ook de gemoederen lijken enigszins te bedaren. Spreken is nu nog even beter van niet. Dat realiseren we ons beiden. Het laatste verwijt over de stokken die niet op de juiste manier in de tent geschoven werden, waardoor alle verhouding zoek was, galmt nu nog na over de camping. De gewonde teen is inmiddels geHansaplast en op het terras hervinden we onze rust.
Een aantal Leffe’s verder en met een voorgebraden kip van de plaatselijke boucherie op de achterbank van de auto, rijden we stilzwijgend ‘huiswaarts’ oftewel naar het veroverde plekje op de camping. Het is een mooi plekje, dat kan ik niet ontkennen. Een stuk gras van tien bij tien meter waar ons tweedehandsje parmantig staat te pronken. De stokken en het elastiek daar binnenin werkten even niet mee. Maar vooruit, dat mag de pret niet drukken! We kijken elkaar trots aan. De vakantie is begonnen.
Met voor ons op tafel de kip en een fles rode wijn werp ik een blik op het territorium tegenover ons. De overbuurvrouw schuift haar bril omhoog en kijkt me knipogend vanuit haar hangmat aan terwijl ze haar glas rosé opheft: “Sur la vie belle!” Ik kan niet ontkennen dat dit alles is wat ik me wens, dus steek mijn arm met het met vin rouge gevulde Ikeaglas omhoog en proost met haar mee.
De rust lijkt zich in zowel mijn als mijn liefs gemoed te settelen en stroomt tegelijkertijd met de rode wijn door mijn bloed. Het moment voor zelfreflectie. Om mijn reactie van vanmiddag toch even in twijfel te trekken, reageerde ik niet te explosief? Vermoeid door de reis, de warmte en de onhandigheid met de tentstokken was mijn overreactie misschien zelfs nog meer dan ‘overtrokken’? Nu is goed. Lief verdiept zich in een omgevingskaart op zoek naar interessante wandelroutes. Ik hoef even helemaal niets te zeggen, denken, anticiperen, reageren. Ik mag even helemaal alleen met mezelf zijn. Zo is het goed. Nu en een uurtje later ook nog. Als de ondergaande zon tussen de bomen door schijnt en de glooiende gemaaide glasvlakten van diverse lichtinvallen voorziet, lijkt onze eerste vakantiedag bijna perfect te worden afgesloten. De fles is nog met een paar laatste slokken gevuld. Deze tevreden achteroverslaand, maak ik aanstalten om ons luchtbed op te zoeken.
Ik herinner me de dag een paar weken voor onze vakantie dat lief met een enorme doos en een gigantische grijns op zijn gezicht vanuit zijn werk thuiskwam. Om mijn laatste aarzelingen over onze aanstaande kampeervakantie weg te nemen, werd ik verblijd met een luchtbed waarvan de hoogte minimaal 70 cm is. Eén die zichzelf - met behulp van elektriciteit - opblaast. Het bed trok me de drempel over. Ik herinner me ook zijn woorden: “Je keek niet eerder zo blij als ik thuiskwam”. Zijn voorstel om alsnog ons oude (van hooguit 20 cm hoog) luchtbed én pomp mee te nemen, wuifde ik weg. Absoluut niet nodig. Dit bed kwam van dezelfde leverancier als onze tent. Kwaliteit gegarandeerd. En daarbij: de auto zat al tjokvol. De ruimte die restte, werd gereserveerd voor de eventueel verzamelde brocante uit de Auvergne.
Toch meer beneveld dan ingeschat, rol ik nog net niet onze tropisch getemperatuurde tent in, maar struikel wel over een paar rondslingerende sandalen en plof neer op ons riant met lucht gevulde bed. Vergis ik me of is de verhouding ervan enigszins zoek? Is het bed niet meer 70 cm hoog, maar is het oppervlak zowel in de breedte als hoogte in omvang toegenomen? Het ligt aan mijn perceptie prent ik mezelf in. Ik ben niet meer helder en zie misschien zelfs dubbel. Languit en armen en benen wijd uit elkaar gestrekt, raak ik er steeds meer van doordrongen dat ik drie weken achtereen niets hoef!
Ik ben blij dat - ondanks enkele opstartperikeltjes - ik deze dag met dit gevoel mag afsluiten. Intens geniet ik niet alleen van het zachte fluweel onder me, ook ben ik me volledig bewust van de doodse stilte die in en om de tent heerst. In sluimertoestand begint het aftellen naar de slaap. Nog een paar tellen. Drie, twee, een… waarna een oorverdovende - harder dan een met carbid gevulde melkbus - knal mij met beide benen weer in het hier en nu brengt. Wat zeg ik? Met mijn kont op de grond…