‘Onze maatschappij is te ver doorgeschoten in het bestrijden
van pijn’. Terwijl ik deze zin in de column ‘Voetnoot’ -met als titel ‘Wreed’-
van Grunberg in de Volkskrant lees, schieten allerlei gedachten, zelfs
tegenstrijdige, door mijn hoofd.
Hoe graag ik soms zou willen, ben ik in de meeste gevallen geen type met een glasharde en ongezouten mening. Vooral niet als het over de 'ander' gaat. Laat mij met rust, ik jou ook. Uiteraard heb ik normen en waarden. Via de paplepel meegekregen en door schade en schande verworven. Vanzelfsprekend heb ik mijn eigen waarheid. Gezien door de roze bril van mijn leven, gevoeld door selectiecriteria van mijn hart. Daarvan uit neem ik standpunt(en) in en maak ik keuzes en beslissingen. Voed ik mijn kinderen op. Met wikken en (af)wegen, voor- en nadelen tegenover en naast elkaar. Niet zwart/wit, maar in een grijs schemergebied. Daar vertoef ik dan ook regelmatig. Ingegeven door de redelijkheid, fatsoen, voors en tegens en het besef dat niet iedereen gelijk is en heeft. Ik realiseer me dat dát mijn waarheid is. Die én die van de ander is niet heilig. Niet iedereen kan dit wikken/wegen overigens waarderen. Ik bespeur een tendens dat ongenuanceerde meningen meer getuigen van lef en dat vol bewondering gesproken wordt over de mens 'die weet wat ie wil'.
Over pijn. Ik kreeg het leven. Godzijdank. En ik kreeg -net als zovelen- de pijn. Daar ben ik wat minder euforisch over. Pijn raakt geluk. In een instabiele periode in mijn leven zei iemand tegen me: 'Iedereen heeft recht op geluk'. Over het bereiken en ervaren ervan. En mijn eigen verantwoordelijkheid hierin. Wat gebeurt, gebeurt. Soms maak jezelf keuzes, soms overkomt je iets. Moois of vreselijks. Het kost energie om je over negatieve en pijnlijke teleurstellende gebeurtenissen heen te zetten. Soms zo heftig, dat opstaan en verder gaan vrijwel onmogelijk lijkt. Naast kracht, speelt lef een belangrijke rol. In hoeverre durft een mens zijn/haar eigen gang te gaan. Te leven zonder zich wat aan te trekken van het oordeel van de ander. Een mening ingegeven door de waarheid van die ander. Die niet altijd strookt met de mijne. Die -overigens vaak ongevraagde- mening verander ik niet. Ongenoegens hierover kan ik louter zelf wegnemen.
Geluk ligt voor het oprapen? Aan de andere
kant moet je er keihard voor knokken. Geen schemergebied, geen vage
vingerwijzingen naar de ander, buurvrouw, (ex)man of instantie. Kies je ervoor om tevreden te zijn met wat je hebt? Nee? Dan is het hard werken voor een beter cq ander bestaan. De makkelijkste weg is om de willekeurige ‘ander’ verantwoordelijk te stellen voor je ongenoegen. Vingerwijzen heeft dan echter geen zin. Boosheid, woede, teleurstelling en verdriet. Hoe vaak worden die gevoelens niet afgereageerd op de ander? Wat doe je er zelf aan om de huidige situatie te verbeteren?
En die inspanning kan pijn doen. Ik lees in de column van Grunberg over een
pijnloos leven. Alsof dat ideaal zou zijn. Dat ‘wij menen op wel heel veel
dingen recht te hebben: liefde, kinderen, een glanzende carrière en geen eczeem’
Geen speld tussen te krijgen. En terwijl ik lees en allerlei gedachten beginnen te schieten, beveelt mijn lief mij op te houden met
krabben aan mijn eczeem. Ik stop mijn griephoofd vol koppijn weer onder de dekens en probeer tegelijkertijd mijn gebroken voet op het kussen op tafel te houden. Pijn? Nee, dit gaat niet over pijn. Dit gaat over een periode waarin t allemaal een beetje tegen lijkt te zitten.
‘Wie ja zegt tegen het leven, zegt ja tegen pijn’. Eens!
Ieder zijn of haar portie. De één net iets meer en anders dan de ander. Wat is erg? En wat is erger? Welke gradatie geldt voor 'ergst'? Mooie en sterke column. Over tevredenheid lees ik door de regels door. Er gaat veel door mijn hoofd. Alles valt te
relativeren. Geluk schoonheid verdriet, angst. Ook pijn. Dus
niet zeuren.
Totdat mijn zoon wordt opgenomen in het ziekenhuis. Heftige
astma-aanval. Geen lucht. Aan de beademing. Nacht op IC. Spoken uit het verleden
die hun kop om de deur steken? Ik vertik het om die gedachten toe te laten. Ik
zie dat hij knokt. Hard knokt voor lucht/leven in zijn longen. Mega trots op
deze kanjer. Maakt dat het geen zin heeft om te 'klagen over'. Alleen maar dankbaarheid, voortgekomen uit de pijn. Is het pijn? Moet het pijnloos? Of is het soms domweg eventjes teveel. Dat je even niet meer weet welke richting de juiste is. Dat je doodmoe bent. Is het niet de hartverscheurende pijn, maar de laag op de laag op de laag?
Grunberg sluit zijn column af met de woorden: 'De goden zijn wreed. De mensen eveneens. Soms ontmoet je iemand die minder wreed lijkt te zijn. Dat noemen we dan liefde.' Daar houd ik me dan maar aan vast.
Morgen gezond weer op...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten