zondag 12 juli 2015

Avondrood


Zo'n willekeurige avond. Na het avondeten. We zijn laat vanavond. Kinderen en ik. De vuile vaat op het aanrecht voor even alleen en achter ons latend. Samen. Uitbuiken. Zoon en dochter, beiden gefocust op het virtuele leventje wat schuil gaat achter het glas van hun mobiele apparaat. Ik zapp wat gedachteloos van de ene televisiezender naar de andere. Het is warm in huis, benauwd zelfs. Ik loop naar de achterkamer om het raam te openen. Het raam in de woonkamer staat op een kier. Ook dat moet verder open, wil de wind vrij rond kunnen dolen en voor verkoeling zorgen. 


Terwijl mijn hand uitreikt om de raamopener op het vierde gaatje te zetten, valt mijn oog op het prachtig rood buiten, rechts van mijn huis. Ik loop naar het balkon aan de voorzijde om het beter te kunnen zien. Over de gehele breedte boven de daken van mijn buren is het rood, roze en blauw. De zwarte contouren van één van de bomen zorgt voor contrast. Briesjes bij vlagen bereiken mijn warme lijf op de luttele vierkante meters beton. Net genoeg voor verfrissing. Ik laat de kamer én de vieze pannen achter me en installeer me in de kussens van de groene plastic Hartmanstoel.


Mijmeren. Of overdenken. Piekeren? Overgeven aan en kunnen loslaten zijn niet mijn sterkste punten. Ervaringen, ontmoetingen en gevoelens uit het verleden confronteren me soms onverwacht en ongewild en nestelen zich sinds lange tijd dan weer in me. Maar ook de korte termijnverwerking kan er wat van. Opgedane indrukken tijdens een dag als deze bijvoorbeeld blijven malen. Een overleg met mijn manager. Vervolgens een gesprek met mijn coach. Resulteert in een dialoog met mezelf. Zelfreflectie. Wat een woord. Maar ik kan er niet omheen. Als een echo schieten de woorden van vandaag door mijn hoofd. Knallen als een bal in een flipperkast van links naar rechts. Troebel is het. Mag het ietsjes minder? Gek word ik soms van mezelf. En dan de opdracht voor dit blog met daarin: 'en vertel hoe je nu uitrust'. Het kookt in me.

Uitrusten, een dag 'schoon' afsluiten. Maar ook uitrusten om tot een gezonde basis te komen, van waaruit dito beslissingen volgen. Over hoe verder. Een nieuwe, misschien wel andere, koers. Ik weet dat dat moet. Zo niet, val ik terug in herhaling. Blijf ik onrustig en word ik misschien ongelukkig zelfs. De vraag is alleen 'wat' en belangrijker nog 'hoe'? Eerst vakantie. Over een week vertrekken we met de camper richting Italië. Even weg van alles. Wie weet biedt een andere omgeving ruimte voor nieuwe ideeën. Ik haal diep adem. Langzaam verdwijnt de frons van mijn gezicht. Ik glimlach wanneer ik de beginnende gitaarklanken uit de slaapkamer van mijn zoon hoor. De voorzichtige akkoordjes vermengen zich via het balkon met de zonsondergang. Ik neem een slok koffie en geniet. Van dit moment...

Dit blog schreef ik naar aanleiding van de tweede blogopdracht van #IBZD



donderdag 2 juli 2015

Mijn boot is mijn eiland

Een aantal weken geleden bereikte mij via social media een oproep van MET-K.COM (Karin Ramaker) om mee te doen aan blogopdrachten in de maand juli die via haar blog verschijnen. Hier mijn verhaal, of brief kan ik beter zeggen...

Lieve T,

Mijn lijf sprak een aantal weken geleden geen boekdelen. Het vertelde me dat het tijd was voor een time-out. 'En nu blijf je zitten!' Rust, reinheid en regelmaat! Huh? Ik? Maar moe, zo moe kostte het geen moeite om me over te geven aan bed, bank en tuinstoel. Wandelingen maak ik. En af en toe een uitstapje. Lezen poog ik. En terwijl ik ongeveer bij pagina 95 in het boek De Onderwaterzwemmer ben beland, krijg ik tegelijkertijd een oproep. Een uitnodiging eigenlijk. Een boot wordt me aangeboden. Om mee naar een onbewoond eiland te varen. Een beter moment had ik niet kunnen treffen. Vijf dingen mag ik meenemen.

Ik voel me verheugd wanneer ik plaatsneem in de boot. Het is een klein oud houten bootje, in verschillende tinten geel. Twee planken aan de binnenzijde zijn wit geschilderd en dienen als zitting. In het midden van de voorlaatste plank bevindt zich een gat, bedoeld voor een parasol? Een bootje waarvan je redelijkerwijs twijfelt of je er wel in moet stappen. Laat staan als één waarmee je de grote zee mee zou willen overvaren. Zak ik niet door de bodem? Geen lek? Het hout oogt niet alsof het zich laat vertrouwen. Mijn intuïtie laat zich gelden en ook de genereuze schenker weet me te overtuigen. 

Voorzichtig stap ik aan boord. Onervaren als ik ben, voel ik toch dat het goed zit. Tussen mij en de boot. Verheugd. Beetje uitverkoren ook. Reizen en verplaatsen, voortkabbelen op het heldere water richting de stip op de horizon, het beloofde eiland. Tropische vissen met alle kleuren van de regenboog schieten onder de boot door. Glanzende schubben weerkaatsen in het zonlicht. Vissen in alle soorten en maten vergezellen me op mijn reis naar het oneindige. Mijn boot voelt als mijn bestemming. Het gaat om het 'nu'. Mijn boot is mijn hier. Als een fata morgana verplaatst mijn doel, keer op keer. 

Ik weet dan ook niet of ik aankom.En waar? De kunst is om me te laten verrassen en me niet te laten leiden door onzekerheden. Me hierdoor vooral niet van de wijs te laten brengen. De wetenschap dat ik toch wel aankom op de plek die voor mij bedoeld is, stelt me gerust. Ik geniet intens van dit moment. Dagen, jaren mag het duren. Mijn gedachten dwalen af naar mijn laatste coachgesprek. Of ik in één woord mijn meditatieoefening wil samenvatten? Water. Dat staat voor zuiverheid. Is de basis, het begin. Dé motor. 

En nu drijf ik hier. Zachtjes klotst het water tegen het bijna verweerde hout. Ik maak me geen zorgen. Laat me meevoeren. Alleen. Maar niet eenzaam. Want velen zitten in mijn hoofd en hart. Onderwater. Die samen met de prachtig gekleurde vissen meezwemmen. Waarheen ik ook ga. Mensen die ik ooit ontmoette en die aan me vertelden. Mij lieten vertellen. Lieve mensen, boze ook. Ouders die me leven gaven. Naast vluchtige ontmoetingen, ook mensen die ik trof en me nooit verlieten. Lessen in liefde heb ik gehad. Mijn lief heb ik ontmoet. En ik mocht zelf het leven geven. Aan je broer en je zus. Niet aan jou. Dit jaar zou je achttien jaar geworden zijn. Ik wil je laten weten hoe het met me gaat. Terwijl ik weet dat jij weet. Maar het is fijn om te schrijven. Aan jou. Mijn verhaal, dat doorgaat en waarin jij met me meezwemt. Altijd. Waar ik ook naar toe drijf. 

Ik zoek de schaduw onder de inmiddels opengeklapte witte parasol, neem een slok water en leg mijn pen en papier weg. Ik pak De Onderwaterzwemmer en lees verder. Al dobberend. Pagina 96. 'En nu, hier, in dit verzonnen land zonder plaatsnamen, verder weg dan ooit, is hij er weer - in heel zijn afwezigheid'. 

Ik zie wel waar dit bootje strandt.