zondag 3 juli 2016

Mia & Penelope

Klein van formaat met dito maat schoen stampt ze resoluut door het museum. Gehaast. Haar handen diep in de spijkerbroekzakken gestoken. Jas nog aan. 'Ik heb het koud!' Het knotje op haar hoofd danst bij elke stap die ze zet driftig op haar kleine vastberaden hoofd. Snel schieten haar ogen als een volwaardig curator van links naar rechts over Kröller-Müller's kunstschatten. Van Pablo Picasso's Viool naar een stilleven van Severini. 'Veel te donker. Kan ik niks mee. Wat moet dit voorstellen?' Donkere ogen be- en veroordelen. Ogen omlijst met glans. Glinstering die ik herken van de momenten waarop ze eigenlijk intens geniet. 

Enigszins geacclimatiseerd. Haar pas vertraagt. Stem verstomt. Een paar minuten terug hield ik haar niet bij. Nu loop ik voor haar uit en kijk ik zoekend achterom. Ik wil het werk van één van mijn favoriete schilders, Charley Toorop, graag laten zien. In de ruimte waar nu een aantal van Toorop's portretten hangt, schiet haar stem weer omhoog: 'Smaken verschillen gelukkig, maar dit is toch écht niet mooi! Kijk deze eens! Hoe monsterlijk!' Mijn blik volgt de hare naar 'Medusa kiest zee'. Prachtig. Ik zag het niet eerder en ben onder de indruk. Monsterlijk. Inderdaad. De mooie en jonge Medusa is door de godin Athene uit wraak veranderd in een afzichtelijk monster, met grote giftanden en haar van slangen. 

We wandelen verder. Aangekomen bij de Van Gogh expositie geen woorden meer. Ontspannen glijdt haar blik over de collectie. Waarbij de glinstering van haar ogen zelfs De Aardappeleters verlicht. Van Gogh kent ze. Maakt haar blij. Verrukt zelfs wanneer ze De Vissersvrouw ziet. 'Bij ons vroeger in Deventer kwam er ook altijd een paar keer in de week een vissersvrouw in de straat. Zag er precies zo uit!' Vlaag van herkenning. Vroeger wordt vastgelegd met de middelen van nu. Ook door haar. Steeds meer schilderijen worden verzameld in het fotoalbum op haar mobiel. 

Van binnen naar buiten. De Beeldentuin in. Wandelen in de regen.'Gelukkig heb ik mijn witte jeans verruild voor deze. Bah! Wat een rotweer!' Ma's 'gemor' gaat op in het geluid van de dansende regendruppels op de paraplu. Verdwijnt wanneer ze de eerste sculpturen ontwaart en wordt zelfs ingeruild voor een schaterlach als ze 'Penelope' van Emile-Antoine Bourdelle tegen het lijf loopt. Bij het overdekte Aldo van Eyckpaviljoen, aan de andere kant van de tuin,  kan de paraplu even dichtgeklapt. Een paviljoen als een besloten ruimte met zes evenwijdige muren als straatjes in de stad. Aldo van Eyck plaatste (in 1966) zowel sokkels voor zowel de beelden als de mensen, zodat mens en beeld elkaar ontmoetten. In 2006 is het paviljoen herbouwd in het Kröller-Müller park, bedoeld voor de beelden die niet in weer en wind in de tuin kunnen staan. Nu sta ik hier samen met mijn ouders en echoot het af en toe een bewonderend 'ooh' en 'aaah' tussen de lichtgrijze stenen. Vooral 'Love' van Joseph Mendez da Costa trekt de aandacht van beiden. 

Bijna half vijf. We moeten ons nu zelfs haasten om Jardin d'email van Jean Dubuffet nog te bekijken. Sterker nog, we willen er bovenop klimmen. Onderdeel uitmaken van deze kunstmatige tuin waarbij het contrast tussen het stralende wit met de grillige zwarte lijnen en de natuurlijke (groene!) omgeving bijzonder groot is. Eenmaal binnen, waan je je in een volstrekt andere wereld. In verband met een restauratie helaas gesloten! Nu mompel ik mijn ongenoegen. Toch beter, gezien het slechte weer. Naast het kunstwerk is een uitkijktorentje geplaatst. Vanaf hier perfect zicht op het werk. 

Mijn moeder geniet. Niet altijd met zoveel woorden. Wel zichtbaar. Haar ogen glanzen nog steeds. Zelfs meer nog. De mijne wanneer ze als dank voor het bezoek aan Kröller-Müller in de museumshop een kaart met daarop 'Medusa kiest zee' voor me koopt.  

Bekijk de website voor meer informatie over het museum en de beeldentuin: Kröller-Müller Museum